Nieuwsberichten

Voorwaarden voor handhaving: duidelijke zzp-regels en een goede overgangsperiode

Voorwaarden voor handhaving: duidelijke zzp-regels en een goede overgangsperiode

Een duidelijk kader, richtlijnen en een ‘zachte landing’. Dat zijn de voorwaarden om weer volledig te beginnen met handhaven op schijnzelfstandigheid, betogen voorzitter Saskia Kapper en hoofd van de Lobby-werkgroepleider Sem Overduin in een opiniestuk op iPconomy.


“Vooropgesteld: handhaving op schijnzelfstandigheid is nodig, want als brancheorganisatie staan we ervoor dat werkgevers zelfstandigen inhuren volgens de wet”, zegt Bovib-voorzitter Saskia Kapper. “Maar dan moet wel eerst duidelijk zijn voor iedereen wanneer een organisatie  een zelfstandige mag inhuren. Het toetsingskader van de wet is nu niet duidelijk genoeg.”

De voorzitter van de brancheorganisatie voor intermediairs, brokers en MSP-dienstverleners reageert op het commissiedebat over zzp-beleid afgelopen maand. Het meest besproken onderwerp tijdens dit debat was het feit dat de Belastingdienst op 1 januari 2025 weer volledig wil handhaven op schijnzelfstandigheid. Tweede Kamerleden maken zich daar zorgen over, toch houden de bewindslieden vast aan de plannen.

Terechte kritische vragen

Sem Overduin is voorzitter van de Lobby-werkgroep van Bovib. Hij was aanwezig tijdens het Kamerdebat. “De Kamerleden kwamen waren goed ingelezen en stelden terechte kritische vragen aan de minister van Sociale Zaken en de staatssecretaris van Financiën. Soms werd dat voor de bewindspersonen lastig, bijvoorbeeld toen de staatssecretaris moest erkennen dat de Belastingdienst zelf ook moeite heeft om aan de inhuurregels te voldoen.”

Uit de beantwoording van Kamervragen blijkt dat er bij het ministerie van Financiën ongeveer 1000 potentiële schijnzelfstandigen werken. Dat komt vooral door de krappe arbeidsmarkt. Het is lastig om mensen te vinden die in loondienst willen werken. Kapper: “Maar dit geldt bijvoorbeeld ook in de zorg of het onderwijs. Of het nu klopt of deze mensen als zelfstandige werken of niet, feit is dat bepaalde organisaties een probleem hebben als zij plotseling geen zzp’ers meer kunnen inhuren.”

Onrust bij ondernemers

Bovib-leden merken dat er onrust ontstaat bij ondernemers. Grote organisaties hebben veel vragen. Om problemen te voorkomen, worden sommige ondernemers zelfs huiverig om zelfstandigen in te huren. “Om geen risico te lopen, huren ze dan maar helemaal niet meer in”, zegt Kapper. “Dat klopt ook niet. En het heeft nadelige gevolgen voor die organisaties, zelfstandigen en de maatschappij als geheel. Vooral als het gaat om sectoren zoals de zorg, het onderwijs en de bouw.”

Naast duidelijke en uitvoerbare wetgeving, is het daarom heel belangrijk om handhaving te beginnen met een overgangsperiode. “Een zachte landing is essentieel”, vindt Overduin. “Velen ondernemers, werkgevers en opdrahtgevers zijn onbewust onbekwaam. Ze willen zich aan de regels houden, maar weten niet hoe. Geef hen dus duidelijkheid, ondersteun ze en begin met een aanwijzingen in plaats van boetes. Gelukkig werkt de Belastingdienst nu al actief samen met brancheverenigingen en volgt binnenkort meer publiekscommunicatie over dit onderwerp.” 

Sectorale aanpak

“Begin bij risicosectoren, waar grote onzekerheid is over de juistheid van de kwalificatie van de arbeidsrelatie en de uurtarieven doorgaans minder dan de €33 van het rechtsvermoeden van werknemerschap zijn”, zegt Overduin. “Iedereen is het tenslotte eens dat we kwetsbare zelfstandigen moeten beschermen. Zet de beperkte capaciteit van de Belastingdienst dus verstandig en zo effectief mogelijk in.”

Verder zou het kabinet een begin moeten maken met een ‘contractneutraal’ sociaal stelsel, vindt Kapper. “Op die manier zijn sociale zekerheden niet meer afhankelijk van de contractvorm”, zegt zij. “Zo’n stelsel hebben we niet van vandaag op morgen. Het begint met een fundamenteel debat over hoe we in Nederland om willen gaan met zelfstandigen en sociale zekerheid. Ik hoop dat het nieuwe kabinet dit debat gauw gaat voeren. Wij van Bovib denken in elk geval graag constructief mee.”

Ondernemerscriteria voorop, zoals in België

Maar de eerste stap zijn nu heldere inhuurregels, zeggen Kapper en Overduin. Het kabinet worstelt sinds 2016 met het creëren van een duidelijk onderscheid tussen werknemers en zelfstandigen. Tijdens het debat bleek weinig enthousiasme over het nieuwste conceptwetsvoorstel (wet VBAR). Kamerlid Thierry Aartsen (VVD) heeft in ieder geval een tweeminutendebat aangevraagd. In dit debat kunnen Kamerleden moties indienen, waarmee zij het kabinet op andere gedachten hopen te brengen.

Branchevereniging Bovib diende al meerdere position papers in met oplossingsrichtingen. Zo adviseert Bovib bij het beoordelen van de arbeidsrelatie ten eerste naar het ondernemerschap van de persoon zelf te kijken. “Zo doen ze dat ook in bijvoorbeeld België of Duitsland”, zegt Overduin. “Dit biedt in veel gevallen direct duidelijkheid en dat zal ook de handhaving ten goede komen.”

Reacties

Log in om de reacties te lezen en te plaatsen